Woensdag 7 juni j.l. werden ca. 50 geïnteresseerde professionals van gemeenten, waterschappen, omgevingsdiensten, provincies, agrarische onderzoeks- en adviesinstellingen en milieuadviesbureaus in de Jaarbeurs ontvangen om deel te nemen aan deze informatieve en interactieve studiedag.
Dagvoorzitter Theo Edelman opende de dag met een terugblik op het congres “Water en Bodem sturend” dat woensdag 1 februari i.l. ook in de Jaarbeurs plaats vond en ca. 100 belangstellenden trok. De definitie voor een gezonde bodem bleek tijdens dat congres nog moeilijk te omschrijven; tijdens deze studiedag van 7 juni wordt hieraan concreter invulling te geven.
Als eerste inleider ging Sytze Keuning van Bioclear Earth in op de chemische, fysische en biologische aspecten van bodemgezondheid en de wederzijdse beïnvloeding van die factoren. Hierbij werden wel een paar breed gedeelde misvattingen ontzenuwd: Zo blijkt de bodem van het zgn. “grasfalt” (weilanden met overwegend gras) een rijkere biodiversiteit te hebben dan bijvoorbeeld de bodem in een beukenbos. Een gebrek aan biodiversiteit bovengronds hoeft dus niet te betekenen dat de biodiversiteit van de bodem ook schraal is. Overigens betekent een hoge biodiversiteit niet per definitie een gezonde bodem.
Kenmerken van een gezonde en vitale bodem zijn:
- Het duurzaam kunnen uitvoeren van essentiële functies zoals kringloopprocessen
- Het faciliteren van gewenst bodemgebruik (voor natuur, begroeiing, landbouw etc.) en herstelpotentie bieden
- Afweermechanismen; plaagwerend vermogen
- Vermogen om ongewenste stoffen af te breken
- Verkerend in een structureel fysiek goede staat
Margot de Cleen van Rijkswaterstaat ging in op de EU-bodemstrategie 2030 die als uitgangspunt heeft dat in 2050 een goede bodemgezondheid is bereikt, met concrete tussendoelen voor eerdere jaren. In de Kamerbrief van november 2022 over Water en Bodem sturend is het bereiken van een vitale bodem een belangrijk aandachtspunt, hoewel dat begrip nog niet wordt gedefinieerd. Dat neemt niet weg dat al veel maatregelen genomen kunnen worden op weg naar een vitale bodem, aldus de Kamerbrief. Verschillende provincies en gemeenten hebben het begrip bodemgezondheid en bodemvitaliteit al uitgewerkt in de vorm van concrete maatregelen.
Doel is dat de bodem zoveel mogelijk ecosysteemdiensten moet leveren en de bodemstrategie gekoppeld wordt aan maatschappelijke opgaven, zoals biodiversiteit, circulaire economie en klimaatverandering.
Landbouwkundig adviseur Coen ter Berg meldt tijdens zijn presentatie dat hij meer dan 45 actief is en bijna dagelijks kuilen graaft op landbouwpercelen. Elke kuil is een nieuw verhaal, het vertelt iets over de bodem maar ook over de ondernemer. Veel agrariërs zijn erg gericht op hun gewassen, maar onvoldoende op de bodem die in feite de bron van hun gewasopbrengst vormt.
Bodemstructuur, bodemleven (en het effect daarvan), bewortelingscapaciteit en waterhuishouding (waterleverend, bergend en drainerend) zijn daarbij belangrijke beoordelingscriteria.
In tegenstelling tot wat de laatste tijd gangbare opvatting is (streven naar niet-kerende grondbewerking) geeft Coen aan dat bij gewasrotatie (zorgvuldig) ploegen niet altijd verkeerd is; een volgend gewas kan hier 3 jaar lang van profiteren.
Minke Siemensma van de provincie Noord-Brabant staat stil bij criteria voor een gezonde bodem: 40 % van de bodem in de provincie is niet vitaal. Er wordt gekeken hoe actoren, met name boeren, ondersteund kunnen worden om een gezondere bodem na te streven. Kenmerken van een gezonde en vitale bodem zijn vanuit het provinciaal beleid daarbij:
- sponswerking voor water en nutriënten op orde;
- verliezen van nutriënten naar het grond- en oppervlaktewater zijn minimaal;
- goede bodemstructuur (zonder verdichting), zodat regenwater kan infiltreren;
- het gehalte aan organische stof is op zodanig niveau dat een gevarieerd bodemleven mogelijk is en meststoffen en water worden gebonden;
- het bodemleven is gevarieerd en in staat ziekten te weren en de bodemstructuur te herstellen.
- Juiste teelt op de juiste plek.
- teelt afgestemd op bodemsoort, grondwaterstand en regionale ligging.
Het Regionaal Water- en Bodemprogramma 2022-‘27 van de provincie Noord-Brabant richt zich op een klimaatbestendig en veerkrachtig bodemsysteem in 2050 dat bestand is tegen extremen.
Voor dezelfde uitvoeringsperiode (2022-‘27) is het Netwerk Vitale Bodem Brabant nu gekoppeld aan het BodemUP, waarbij ca. 2200 boeren (vertegenwoordigend ca. 40.000 ha landbouwgrond), de Brabantse waterschappen en de provincie betrokken zijn.
Als laatste spreker deze studiedag benadert Marco Vergeer van Royal Haskoning-DHV een gezonde bodem vanuit gemeentelijk perspectief, met name dus de rol van een gezonde en vitale bodem in relatie tot maatschappelijke opgaven.
Een aantal dilemma’s voor gemeenten en omgevingsdiensten worden door hem centraal gesteld en met elkaar bediscussieerd:
- Gemeenten ervaren veel druk vanuit maatschappelijke opgaven en hun ruimte-claims. Is het inpassen van wat moet of aangeven wat kan? Kanteling van de ruimtelijke ordening in Nederland?
- Ondergrondregie is nodig. Richten op het ruimtelijke aspect van vele ruimteclaims of beheer en behoud van ecosysteemdiensten?
- In Nederland hebben we veel data, informatie en kennis over de bodem en ondergrond. Investeren op tijdige beschikbaarheid voor toekomstige besluiten of wachten op wat er komt?
- We hebben vanuit de praktijk dringend behoefte aan ‘T-shape-capaciteit’. Hebben we die op tijd beschikbaar? Hebben we daar de middelen voor?
- De huidige bodemregelgeving streeft naar ‘schoon’. Kunnen we daarmee verder of is nodig om de switch te maken naar ‘vitaal’?
Om 16.30 u. sluit dagvoorzitter Theo Edelman de dag samenvattend af. Uit ook de schriftelijke evaluatie blijkt dat de deelnemers deze dag als zeer informatief en inspirerend hebben ervaren. Nu komt het erop aan de opgedane kennis naar het dagelijks werk te vertalen en waar mogelijk toe te passen.
Martin Visser, Eurecom