Woensdag 1 februari j.l. organiseerde Eurecom dit congres in de Jaarbeurs te Utrecht voor ca. 100 belangstellenden, vooral afkomstig van gemeenten, omgevingsdiensten, provincies, waterschappen en adviesbureaus.
Dagvoorzitter Theo Edelman opende het congres door aan te sluiten op de “Kamerbrief” van 25 november 2022 over de voortgang van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) waarin de randvoorwaarden worden geschetst voor een vitaal platteland en de doorwerking in de gehele maatschappij en economie.
Ruud Cino van het Ministerie van EZ legde de relatie tussen bodem, water (sturend) en ruimtelijke ordening en de benodigde energie- en grondstoffentransitie. De doelen voor 2050 zijn ambitieus; klimaatdoelen helpen om minder afhankelijk te worden van import.
Martin Doeswijk en Frank Druijff van Tauw schetsten voorbeelden van de integrale aanpak die nodig is in het kader van het NPLG en met name hoe de landbouwsector hierbij te betrekken. Dus plannen maken samen met de boeren, als “erfbetreders”.
Arne Alphenaar van TTE Consultants belichtte het sturend zijn van water en bodem door functies, bodemtypen en grondwaterstanden te koppelen. Tijdens de aansluitende vragenronde wordt gesuggereerd water en bodem direct sturend te maken bij het plannen van nieuwe woonwijken, dus als eerste prioriteit en niet pas als de heipalen al in de grond zitten. Daarnaast wordt gepleit voor een overheid die visie heeft en zicht op het totale plaatje bij gebiedsontwikkeling.
Martijn van Gelderen van BPD Bouwfonds gebiedsontwikkeling pleitte voor een integrale aanpak, betaalbaar wonen en duurzaam ontwikkelen. Water en bodem sturend vanaf het planproces betekent het incalculeren van risico’s op overstromingen, wateroverlast, bodemdaling en drinkwaterbeschikbaarheid bij locatiekeuze en inrichting. Tijdens de aansluitende vragenronde wordt geïnformeerd naar nut en haalbaarheid van bodempaspoorten. Bodem is immers een risico in het afwegingskader. Daarnaast komt een waterlabel meer in beeld i.t.t. een duurzaamheidslabel dat niet meer onderscheidend is.
Roelof Westerhof van adviesbureau ORG-ID gaf diverse praktijkvoorbeelden van gebiedsgerichte aanpak en hoe de werelden en belangen van overheden en boeren bij elkaar gebracht kunnen worden. Daarbij gaat het erom de landbouw een toekomstperspectief te bieden, watersystemen gezonder en robuuster te maken, natuurkwaliteiten te verbeteren en een klimaatneutraal landelijk gebied te ontwikkelen. De ontwikkeling van het toetsingskader ZH-PLG (Zuid-Holland) en het traject van startdocument tot toekenning van LNV budgettten werd daarbij als voorbeeld genomen.
Cindy Kleyn van Staatsbosbeheer presenteerde het beheer van veenweidegebieden in Noord-Holland, de samenwerking met boeren en waterschappen bij natuurherstel en klimaatadaptatie (o.a. waterpeilverhoging). Veengebieden in Nederland verschillen erg van elkaar, de transitiezones zijn per gebied anders gedefinieerd
.
Hij zoomde in op de rol van (duurzame) landbouw in integrale aanpak van gebiedsinrichting en verdienmodellen voor duurzame en natuurinclusieve landbouw. LTO beoordeelt het als positief dat het Rijk 33 structurerende keuzes afkondigt die richting gevend zijn voor gebiedsprocessen. Daarnaast wil de overheid waardevolle landbouwbodems behouden. LTO is negatiever over het feit dat het Rijk geen garanties meer afgeeft voor zoetwaterbeschikbaarheid in kustgebieden en claims gelegd worden die landbouwgrond uit productie nemen.
Als laatste inleider tijdens dit congres besteedde Gera van Os, lector aan de Aeres Hogeschool Dronten, aandacht aan (sturing van) bodem en water in het agrarisch onderwijs.
Zoals uit de schriftelijke evaluatie van dit congres bleek hebben de deelnemers het als een informatieve en onderhoudende dag ervaren, waarbij niet alleen de inbreng van de inleiders goed beoordeeld wordt maar ook het niveau van de deelnemers/discussie en de geboden netwerkmogelijkheden.
Er is veel kennis en ervaring uitgewisseld en er liggen voldoende uitdagingen voor een vervolg, want we zijn er nog niet met het NPGL-traject en het sturend zijn van water en bodem bij gebiedsontwikkeling!
Martin Visser, Eurecom BV